Ja
ik schrijf soms mijn eigen liedjes, vandaar ook hier een selectie, de titels
doen vermoeden dat je hier te maken hebt met een zeer gelovig iemand en dat het
voornamelijk kerkliedjes zijn, maar neem toch even de moeite om de teksten te
lezen, want het valt wel mee, soms zijn ze kritisch ten opzichte van de
kerk, soms cynisch en soms gewoon banaal!



Ik heb
veel liedjes geschreven voor lezingen waarbij ik gevraagd werd het muzikaal te
omlijsten, de meesten hieronder zijn op die manier tot stand gekomen.

Inhoud:
Lieve
God
Onze
Vader in de hemel
Waarom
is het zo’n puinhoop hier op aard
In
Uw naam wordt er gevochten
In
de derde wereld is een kruimel zoveel waard
Betekent
dan de hemel dat geen mens hier wordt gespaard?
Is
dit Uw wil die zal geschieden
Is
dit de hemel die U belooft
Is
dit het koninkrijk voor alle mensen
Waarin
je wordt vernederd of een kogel door je hoofd
Waarin
je van je toekomstidealen wordt beroofd?
U
vergeeft onze schulden
Dus
een roofmoord is toegestaan
Steel
gerust het brood van je naaste
Want
uiteindelijk word je door de Heer van ’t kwaad ontdaan
En
kun je met je criminele daden verdergaan
Wat
is leven, wat is geld?
Wat
is een wereld
Waarin
de liefde nauwelijks telt?
Wat
is warmte
In
een land zo kaal en kil?
En
als een kind van honger sterft
Wordt
de mensheid stil
Oh
Heer, is dit Uw wil?
Onze
Vader in de hemel
Waarom
is het zo’n puinhoop hier op aard
Waarom
moeten wij lijden
Is
ons leven U dan echt zo weinig waard
Betekent
de hemel dan dit:
Dat
niemand in dit leven wordt gespaard?

Jij (mijn
engel)
Met
mijn ogen dicht zoek ik soms naar het licht
Als
ik aan mijn gebroken liefdes denk
Ik
doe mijn ogen open en jij komt binnenlopen
Als
een wonderlijk geschenk
Jij
geeft me op aarde een stuk eigenwaarde
Als
iets dat vanzelfsprekend is
Jij
leerde me zingen met gevoel voor de dingen
Iets
dat ongelooflijk kostbaar is
Want
jij, jij, jij bent er voor mij
Je
lijmde mijn hart en je maakte me vrij
Jij,
jij bepaalt mijn gezicht
Jij,
jij bent het licht
Als
ik verloren ben en mezelf niet herken
Als
ik zoek naar een reikende hand
Kun
jij me nog horen ook al ben ik verloren
Want
jij staat steeds weer aan mijn kant
De
kunst van het woord als geen mens me nog hoort
Geen
antwoord als schreeuw ik het uit
Een
hand voor mijn ogen, geen spijt, mededogen
Maar
ineens klinkt daar jouw geluid
Jij,
jij bent alles voor mij
Je
klinkt in mijn hart en je maakt me steeds blij
Jij,
jij helpt me steeds uit de brand
Jij
bent mijn rechterhand
Jij
bent die ballon die ik nog net pakken kon
Je
bent zo open, zo heerlijk onbedekt
Je
bent te vertrouwen op jou kan bouwen
En
jij toont voor alles respect
Je
komt overeind als het zonlicht verdwijnt
Jij
geeft mijn leven weer kleur
Als
de hoop is verdwenen, neem jij niet de benen
Maar
jij opent elke deur
Want
jij gaat aan mijn huis niet voorbij
Ik
hou zo van jou en jij houdt ook van mij
Jij
bent mijn engel zo zuiver en goed
Jij
bent het die mij leven doet
Beer
Hij
zit in het donker, de deur is op slot
Hij
zoekt naar zijn beer, kijk zijn arm is kapot
Eén
enkel spleetje, een klein beetje licht
Mama,
waarom zit de deur nu toch dicht
Hij
denkt aan zijn ouders, geen liefde gehad
Papa
of mama, zeg toch eens wat
Ik
weet altijd dat ik iets fout heb gedaan
Want
dan beginnen ze altijd te slaan
Refrein: Blauwe plekken, een bult op zijn wang
Beer, in het donker ben ik zo bang
Blauwe plekken, een deuk in zijn been
Beer, waarom zijn grote mensen gemeen
Vroeger
toen was ik heel lief en heel klein
Toen
vond ik het huis met haar kamers nog fijn
Verstoppen
in de kast op de gang
Nu
maakt het donker hier binnen me bang
Refrein
Mama
zegt ik hoef niet bang te zijn
Want
morgen dan doet het al veel minder pijn
Ze
is mijn echte moeder niet
Want
ouders doen hun kind toch geen verdriet
Beer
je voelt zo zacht in mijn gezicht
Kom
lieve beer, huil nu maar niet, doe je ogen dicht
Refrein
Beer
je voelt zo zacht in mijn gezicht
Kom
lieve beer….. doe je ogen dicht

Ogen
dicht…..
Door
je tranen
Er
is jou nooit verteld dat het leven
Soms
verdrietig zou kunnen zijn
En
je hebt nooit geleerd hoe je jezelf het best verweert
Tegen
onmacht, tegen de pijn
Het
is een heel gevecht tegen je tranen
En
je bent niet meer bestand tegen de kou
Alles
wat ooit is gezegd, dat heb je nu weerlegd
En
er schuilt een lege plek binnen in jou, maar….
Refr.:
Jij bent moedig, jij hebt de kracht
En jij kunt leven, ondanks het duister van de nacht
Van binnen ben je sterk en dat is je eigen werk
De pijn wordt te verdragen als je door je tranen lacht
Je
hebt nooit geweten dat je dagen
Zo
eenzaam konden zijn
En
wat ik nu ook zeg, het blijft een lange weg
Vol
met onmacht, vol met pijn
Je
had nog nooit ontdekt dat de mensen
Niet
begrijpen wat jij voelt
En
hoe je huilt vol spijt, je bent jezelf kwijt
Er
is niemand die snapt wat jij bedoelt, maar….
Refrein
Soms
komt het er op aan in de toekomst
Jezelf
niet als gebroken te zien
Want
het leven gaat door en scherven komen voor
Met
praten kom je verder misschien
Het
is een hele toer om te strijden
En
rechtop te blijven staan
Ook
al voel je je zo rot en ben je vaak kapot

Kom
op, want je kunt het leven aan
Tussen leven en dood
Ik
was zeventien en had nog niet zoveel van het leven gezien
Toch
was het genoeg, ik wilde niet meer
Al
was het veel te vroeg om te sterven
Gekwetst
en gewond
Geschonden
door wat hij onder “liefde” verstond
En
nog steeds is het moeilijk te leven met die scherven
Mijn
dagen bestonden uit misbruik en geweld
Bange
uren waarin mijn wil niet heeft geteld
Ik
ben gestorven en vernederd door zijn lach
Mijn
warme hart werd koud en bevriest nog elke dag
Ik
was negentien en had al genoeg van het leven gezien
Het
was enkel verdriet, ik zag geen toekomst
En
hulp was er niet, want ik bleef zwijgen
Gebroken
en moe
Ik
wilde er over praten, maar de dood was taboe
En
nog steeds is het moeilijk om openheid te krijgen
Dit
was mijn leven, toch wilde ik niet echt dood
Ik
was alleen zo bang, maar ik hield me sterk en groot
Jij
mag nu weten welke hel ik heb doorstaan
En
dat ik godzijdank niet ten onder ben gegaan
Drieëntwintig
misschien, ik had al teveel van het leven gezien
Ik
wilde niet meer, de zoveelste poging
Maar
ik haalde het weer voor de morgen
Jarenlang
bleef ik overeind, ook al was ik zo bang
En
had ik de pijn diep in mezelf opgeborgen
Nu
ben ik zevenentwintig en nog steeds doet het pijn
Maar
‘k heb recht om te leven, op de wereld te zijn
Ik
heb recht om te voelen, míjn wil en niet van hem
'k
Heb een hart….. en ook een stem
Ik
word vijftig en tachtig misschien
En
ik weet dat ik dan het leven heb gezien
Zonder
geluid
Ze
loopt stil gebogen met haar hoofd naar de grond
Ze
huilt, maar je ziet steeds haar lachende mond
Ze
lacht wel naar jou, maar ze voelt zich niet blij
Ze
kijkt naar de wereld, maar ze kan er niet bij
Haar
droevige ogen verraden verdriet
Maar
niemand die haar verwondingen ziet
Ze
draagt zwarte kleren, ze is in de rouw
Stemmen
in haar hoofd, van haar dromen beroofd
De
angst drijft haar steeds in het nauw
Hoe
kun je haar verwijten dat ze niet past in de maatschappij
Hoe
kun je haar nu zeggen dat ze leven moet
Terwijl
haar hart zo bloedt
Hoe
kun je verwachten dat haar leven verder gaat
Terwijl
ze van binnen verscheurd wordt door de haat
Ze
hebben haar vroeger geen toekomst beloofd
Alles
wat ze over zijn spoken in haar hoofd
Ze
schreeuwt nog van wanhoop, maar zonder geluid
Ze
zit opgesloten en ze kan er niet uit
Ze
had een verlangen naar een veilige plek
Maar
alle mensen die ze kent vinden haar gek
Want
ze bonkt op de muren, loopt naakt over straat
Omdat
die warboel in haar hoofd die haar van haar rust berooft
Zelfs
na jarenlang gevecht niet overgaat
Hoe
kun je haar verwijten dat ze niet past in de maatschappij
Hoe
kun je nu verwachten dat ze de pijn vergeet
Terwijl
ze alles weet
Hoe
kun je van haar eisen dat ze ’t verleden achter zich laat
Terwijl
de pijn van binnen niet zomaar overgaat
Allemaal
voor God
Izaak
werkte als priester in een kerk
Deed
daar heel veel liefdadigheidswerk
Hij
bad en hij preekte en hij zegende zich rot
Allemaal
voor God, allemaal voor God
Hij
droeg een witte jurk met een kantje eraan
Omdat
de hoge pieten dat zo mooi vonden staan
Hij
struikelde erover en het werd een slordig vod
Maar
het moest voor God, allemaal voor God
Hij
had ook een huishoudster die poetste alles op
Met een dweil en een stofdoek en een emmertje met sop
De kandelaars, het altaar, alle ramen, 't was te zot
Alles schoon voor God, allemaal voor God
Eén vierkante meter was er voor de biecht
Voor wie er had bedrogen of voor iemand die graag liegt
Urenlang verbleef Izaak in dat benauwde kot
Allemaal voor God, allemaal voor God
Heb je naaste lief, want ieder is gelijk
Deel je geld met een ander, ook al is ie nog zo rijk
Bouw voor de zwakkeling een thuis, een reddingsvlot
Doe het voor God, allemaal voor God
De kerken zijn niet rijk, dus was er ook een collectant
Aangesteld door middel van een stukje in de krant
Hij haalde soms veel geld op in een koperen pot
Maar ja, het was voor God, allemaal voor God
De hele mis zo wat, zong het meisjeskoor
Want zang in de kerk, ja daar komen mensen voor
Izaak hield zich stil en verveelde zich kapot
Allemaal voor God, allemaal voor God
Deze priester woonde sober, het was een arme vent
Want Izaak werkte hard, maar hij kreeg alleen geen cent
Hij werd oud en eenzaam, dat is het priesters lot
Toch zingen wij voor God, allemaal voor God
In de
spiegel van haar ziel
Hoe
kwam je erbij om haar wereld te vernielen
Hoe
wist je dat zij steeds voor jou zou knielen
Jij
hebt haar nooit respect leren geven
En
dat het goed is en fijn om te leven
Je
gaf haar jouw haat en de wereld werd kil
…….en
zij hield zich stil
Refrein:
Je leerde haar angstig te zijn en te vrezen
Jij toonde haar niet dat ze goed is in wezen
Weet jij hoe het voelt: “Er niet mogen zijn”?
Het doet heel erg pijn
Hoe
kwam je erbij om haar ziel te verscheuren
En
alles wat mooi was alleen zwart te kleuren
Hoe
wist je dat zij deze strijd nooit kon winnen
En
elke dag steeds weer opnieuw moet beginnen
De
wereld die jij haar voor ogen hield
Is
er één waarin een mens telkens knielt
Refrein
Zij
ben de geest die jij niet kunt zien
Als
je haar aanraakt dan voel je ’t misschien
Zij
is die stem die jij nooit wou horen
Maar
die er al was voordat zij werd geboren
Jij
deed haar zwijgen en het doet soms nog zeer
Maar
nu zegt die stem: Nooit meer!
Refrein: Je leerde haar angstig te zijn en te vrezen
Maar zij weet nu dat ze goed is in wezen
Zij weet hoe het voelt: “Er wel mogen zijn….”
In
de spiegel van haar ziel vlucht een meisje voor het sterven
Als
zij er oog in oog mee staat, ziet ze enkel scherven…..
Stil
’t
Wordt zo stil als een moeder haar kind ziet lijden
Zo
stil als een vader zijn zoon niet kent
Stil
als het voorjaar zonder vogels
Een
stilte waar je niet aan went, stil, zo stil….
’t
Wordt zo stil als je vrienden zijn verdwenen
Stil
als je oud bent en alleen
Stil
als geen mens meer naar je luistert
Stil
is die leegte om je heen, stil, zo stil….
’t
Wordt zo stil na ’t lawaai van de geweren
Schietend
in een oorlogsstrijd
Stil
als je loopt op mensenresten
Zoekend,
want je bent je ouders kwijt, stil, zo stil….
’t
Wordt zo stil als je lach verdwijnt in tranen
Stil
als je ziek bent van verdriet
Stil
als de wind die niet wil waaien
Stil
als heen mens het onrecht ziet, stil, zo stil….
’t
Wordt zo stil om je heen bij moeilijkheden
Stil
als je schreeuwt van angst en pijn
Alleen
die ene vriend die luistert
Wil
in die stilte bij je zijn, stil, zo stil
’t
Wordt zo stil als je juist die stem wilt horen
Die
warme stem met een troostend woord
Een stem die de stilte zal verbreken
Je
roept erom, maar niemand die je hoort...
Letland
Ik liep op de wegen in
Letland
Ik
zag daar de mensen de natuur
Een
land vol cultuur en warmte voor een ander
De
liefde is daar eerlijk en puur
Maar
hun leven daar bestaat uit armo
Hard
werken voor een minimum bestaan
En
een huis dat is vergaan, scheuren in de muren
En
ook niet altijd water uit de kraan
Refrein:
Ze hebben daar een leven waar geen mens een beeld van maken kan
Ze willen het wel anders, maar de toekomst zien ze zwart
Ze wonen in huizen, koud en kil
En na een schreeuw om hulp, blijft het vaak zo stil
Als je weet wat ik daar heb gezien
Dan sluit je deze mensen in je hart.
Onder
hun lach ligt verborgen
De
pijn van een maatschappij met verdriet
En
als je al dat onrecht ziet, moet je wel van ze houden
Want
zonder liefde redden ze het niet
Zij
respecteren nog een ander
En
ik vraag me af: wie van ons is rijk:
Ik
die onder geld bezwijk of zij met al hun warmte
't
Is waar, de wereld is zo ongelijk
Refrein
De
mensen willen ergens in geloven
En
bidden elke dag tot de Heer
En
hij kijkt ook op ze neer, maar wij zijn minstens zo hard nodig

Want
tegen armoe hebben zij nog geen verweer
Parels
in het zand 
Ze
loopt langs de zee, door de duinen
Ze
kijkt naar de vogels op het strand
En
de schelpen in haar hand hebben mooie kleuren
Ze
vindt een oester aan de waterkant
Ze
deelt haar geheimen met de golven
Haar
tranen spoelen aan op het strand
Haar
voeten in het zand, de wind speelt met haar haren
Zij
is die oester in haar hand
Refrein:
Want ze heeft een buitenkant zo hard
Dat niemand haar bereiken kan
Soms gaat ze even open, maar is de inhoud zwart
Soms is ze leeg van binnen, koud en kil
En na een schreeuw van pijn blijft het vaak zo stil
Maar als je even verder kijkt zie je een parel in haar hart
Onder
het water ligt verborgen
De
schat van haar “mens-zijn” op het land
En
de korrels van het zand vormen zo zuiver
Een
ketting van de zee naar het strand
Zij
heeft zichzelf diep begraven
Ze
verbergt haar verleden onder ’t zand
En
de zon heeft haar verbrand, maar haar hart is nog bevroren
Niemand
kent haar kern, haar binnenkant
Refrein
Want
zij is de zee, zij vormt de golven
Zij
verjaagt de vogels aan de waterkant
Net
als de schelpen in haar hand heeft zij mooie kleuren
Maar
zij is ook die oester op het strand…
Geboden
In
de bijbel staat geschreven: “Eert uw ouders, uw gezin”
In
de bijbel kun je lezen: “Door geloof krijgt je leven zin”
Dus
beleid al je zonden, schep een hemel op aard
Maar
wat zijn die geboden op een plaats vol angst nu waard?
In
de bijbel staat geschreven: “Van geven word je rijk”
In
de bijbel kun je lezen: “Alle mensen zijn gelijk”
Maar
jij hebt niets, je bent bestolen en ze braken steeds je hart
Dus
wat moet je met geboden, als de haat je leven tart
Want
je vader misbruikt zijn dochter en je moeder slaat haar kind
En
voor zonden in de wereld zijn zij nog altijd blind
En
elke keer doen die teksten zeer
Die
teksten zeer, steeds weer, steeds meer
In
de bijbel staat geschreven: “Heb je naaste lief als jezelf”
In
de bijbel kun je lezen: “Door liefde gaat alles vanzelf”
Spreken
is zilver, maar voor zwijgen krijg je goud
Ach
wat helpen die geboden als je niet van jezelf houdt
Want
je bent zo vaak vernederd door de zonden die je zag
Je
warme hart is overleden en je sterft nog elke dag
En
elk gebod maakt nog meer kapot
Nog
meer kapot, kapot
Het
leven gaat door
De
trein raast, de auto’s die rijden maar door
Ik
vraag me zo vaak af: waarom zo snel en waarvoor?
Een
boot zinkt, een schip vaart, een mens loopt niet maar rent
We
zijn aan dat haasten zo langzaam gewend
We
kijken niet meer naar de mens achter het raam
We
vragen niet meer naar de buurvrouw haar naam
Het
leven is dissociëren, afstand nemen van….
Totdat
er geen mens straks meer voelen kan
Voorbij
alle deuren, geen mens vraagt zich af:
Wie
is er gestorven, wie ligt in dat graf?
We
missen niet eens die oude man van de straat
Die
misschien vandaag nog wel het leven laat
Vrienden
zijn schaars, je bent ze zo kwijt
En
pas achteraf ga je denken, dan krijg je pas spijt
Mijn
hart klopt nog steeds en het leven gaat door,
Maar
ik vraag wel eens af: waarom en waarvoor?

Droomwereld
Ik
heb mijn leven bij elkaar gedroomd
Ik
heb mezelf wat op de mouw gespeld
Ik
had de hoofdrol in een wereld
Waarin
geen plaats was voor geweld
En
ik danste op een weg
Die
achteraf bezaaid lag met zware stenen
En
ik begreep niet dat de wereld
Mij
geen troost kon bieden
Geen
haven was
En
dat je steeds voor je eigen rechten op moet komen
Dat
begrijp ik nu pas
Mireille


Terug
naar
Gedichtenbundel
...maar nog niet helemaal


Naar huis
|